Lange Wapper wordt geen monument voor democratie

jul 5, 2009 | Oosterweel

Tegen de Lange Wapper worden stapels bezwaarschriften ingediend. Maar een democratische triomf is dat niet, zegt BEA HANSSEN. Al die mooie inspraakmogelijkheden worden in werkelijkheid immers op alle mogelijke manieren ingeperkt.
Bea Hanssen is een mondige inwoner van Antwerpen
Verleden week werden zo’n 17.000 bezwaarschriften, een recordaantal, tegen de Lange Wapper ingediend. Dat wijst op een grote deelname aan dit wettelijk georganiseerde moment van democratische inspraak. Maar hoeveel bezwaren zullen ontvankelijk verklaard worden en zal er een ‘winning argument’ zijn dat de Lange Wapper tegenhoudt? Om ontvankelijk verklaard te worden mag zo’n bezwaarschrift enkel betrekking hebben op de tekst en plannen van een bouwaanvraag. Niet op de verleidende simulatiefoto’s in de BAM-reclame; niet op de maquette van de Lange Wapper die niet weergeeft hoe het leven is nabij een betonpijler van zo’n autostrade. Wat al dan niet onderdeel van zo’n bouwaanvraag is, is dus belangrijk. En evenzeer de timing waarop zo’n bouwaanvraag wordt ingediend.
Als bezorgd burger die sterk in inspraak gelooft, vind ik dan ook dat er iets is misgegaan met deze inspraakronde. Want een belangrijk document ontbrak op het ogenblik dat de burger (van 26 mei tot 25 juni) bezwaar kon maken tegen de bouwvergunningsaanvraag van de BAM: de bijkomende ARUP/SUM-evaluatiestudie van het vierde tracé. De resultaten daarvan verschijnen pas volgende week, dus twee weken nadat de termijn van wettelijk bezwaar indienen tegen de bouwvergunningsaanvraag voorgoed verstreken is. Nochtans speelt het eerste ARUP/SUM-rapport, de onafhankelijke studie uitgeschreven door de Vlaamse regering, een zwaarwichtige rol in de bouwaanvraag. In de toelichtingsnota stelt de BAM dat haar tracé in de ARUP/SUM-studie ‘als beste uit de vergelijking komt, rekening houdende met de door de Vlaamse regering gestelde randvoorwaarden.’ Deze interpretatie dat BAM ‘winnaar’ is van het ARUP/SUM-rapport werd ook gevolgd door de Vlaamse regering, die op 28 maart besliste groen licht te geven voor de Oosterweelverbinding. Met deze beslissing wilde de Vlaamse regering een stap vooruit doen om het probleem mobiliteit zo snel mogelijk op te lossen. Deze bijkomende studie zal de haalbaarheid van het vierde tracé afwegen tegen de randvoorwaarden die de Vlaamse regering aan BAM oplegde en ongetwijfeld het publieke debat over welk tracé beter is heropenen.
Maar de interpretatie dat BAM ‘winnaar’ is van het ARUP/SUM rapport, is voor velen controversieel en het is precies daarover ook dat het pendant, de bijkomende ARUP/SUM-studie, mee uitsluitsel zou kunnen geven.
Hoewel BAM in de bouwaanvraag verklaart ‘kennis te hebben genomen’ van de beslissing van het Antwerps stadsbestuur om het ‘vierde alternatief’ verder te onderzoeken, heeft BAM het resultaat ervan niet afgewacht. Méér nog, doordat de bouwaanvraag op 3 mei werd ingediend, viel de wettelijk toegestane bezwaarperiode voor gewone burgers nog voor de datum waarop de resultaten van de bijkomende studie bekend zijn. Wellicht zullen sommigen stellen dat deze bijkomende studie technisch gezien geen onderdeel van de bouwaanvraag is en valt onder ‘het advies van de stad Antwerpen’, waarnaar de ‘beslissingstekst’ van de Vlaamse regering van 28 maart verwijst.Hoe is het dan mogelijk dat de gewone burger het recht op inzage van deze studie ontzegd werd tijdens de enig voorziene wettelijke termijn voor het indienen van bezwaarschriften? Daarbij gaat het er mij eigenlijk niet om of het resultaat van deze bijkomende studie al dan niet het BAM-tracé op de helling plaatst. Belangrijker voor mij is dat door het snel indienen van de bouwaanvraag, de gewone burger het recht ontzegd werd de resultaten van deze studie te kennen op het enige moment dat die een bindend argument tegen het viaduct kon voorleggen. Een referendum waarin een democratische meerderheid zich uitspreekt is in ons land niet bindend. Een overtuigend bezwaar tegen een bouwaanvraag ingediend door slechts één individu daarentegen kan zo’n bouwaanvraag kelderen. Vanzelfsprekend moet het probleem mobiliteit dringend opgelost worden. Maar door slechts een drietal weken te wachten met het indienen van de bouwaanvraag, had dit probleem vermeden kunnen worden. En daarmee ook de indruk dat er over de hoofden heen van de burger beslist wordt, zonder dat deze toegang heeft tot alle onderdelen van noodzakelijke informatie. Verleden week diende ik dan ook een bezwaarschrift tegen de bouwaanvraag in op basis van wat mij een procedurefout lijkt die de inspraak van burgers tijdens het openbaar onderzoek mogelijk in het gedrang brengt.

Dit opiniestuk verscheen in de digitale Knack en in de krant De Standaard.

Geef uw mening via het onderstaande contactformulier