Persbericht – Bouw Oosterweelverbinding wordt in stilte voorbereid

nov 17, 2012 | Democratie, Oosterweel, Publicaties, Media & Events

15 november 2012
Rapport 15de BAM-voortgangsrapportage legt strategie Vlaamse regering bloot:
* in wettelijk opgelegde MER-onderzoek worden alternatieven voor de Oosterweelverbinding onderzocht
* parallel daarmee wordt het concrete realiseren van enkel de Oosterweelverbinding – het voorkeurstracé van de regering – voorbereid
* bij politieke afweging van het MER-rapport zal de verworven procedurele voorsprong voor de Oosterweelverbinding mee in rekening worden gebracht, onder het motto ‘bij keuze voor een alternatief zullen we tijdverlies leiden’
* het treffen van concrete voorbereidingen voor het bouwen van het voorkeurstracé staat in schril contrast met het actieve saboteren door dezelfde regering van het te onderzoeken hoofdalternatief (d.m.v. het verlenen van een bouwvergunning voor een gevangenis pal op het Meccanotracé)

Vanmiddag om 14 uur brengt de Vlaamse regering voor de derde keer verslag over het Masterplan 2020 uit in de parlementaire commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken. Uitleg zal worden gegeven over het lopende MER-onderzoek waarin de Oosterweelverbinding (BAM-tracé) wordt vergeleken met diverse alternatieve tracés, waaronder het Meccanotracé. De resultaten van dit MER-rapport worden tegen midden volgend jaar verwacht.
Maar uit het voortgangsrapport (zie bijlage) blijkt dat de regering tegelijk (enkel en alleen) de bouw van de Oosterweelverbinding concreet voorbereidt.
Op 15 mei 2012 startte de tijdelijke vereniging ROTS met de opmaak van de verfijning van het conceptontwerp van het bouwproject. Het studiebureau diende daartoe een tiental optimalisatiesuggesties in, waarvan intussen enkele aan een diepgaand onderzoek worden onderworpen. In januari 2013 zal dit onderzoek zijn afgerond (p.15 voortgangsrapport).
Verder worden ter concretisering van de randvoorwaarden voor dit ontwerp – en voor de bouw en het onderhoud van de Oosterweelverbinding – protocols opgesteld met belanghebbende partijen. Een eerste overleg daarover vond plaats op 6 juli 2012 (p.11).
Met het oog op de opmaak van een Ruimtelijk Veiligheidsrapport (RVR) voor de Oosterweelverbinding is reeds een opsteller aangeduid. De opstart van dit proces is afgerond. Blijkens de voortgangsrapportage wordt het RVR ‘ten laatste’ gelijktijdig met de plan-MER goedgekeurd. Waarna veelzeggend volgende vaststelling wordt meegegeven: ‘Het RVR is dan tijdig klaar voor verwerking in het GRUP’ (p.13). Het gaat vooruit!
In functie van het verwerven of onteigenen van de nodige gronden wordt per perceel alvast ook een doorlooptijd uitgeklaard. ‘Zo snel mogelijk’ worden onderhandelingen opgestart met betrokkenen om tot een minnelijke verwerving te komen. Een aantal procedures zijn lopende (p.13).
Voor het uitvoeren van leidingenkokers en het verleggen van nutsleidingen blijken reeds ‘de nodige studies doorlopen, de trajecten vastgelegd en de bouwvergunningen opgemaakt’ (p.13-14). Het verkrijgen van de vergunningen is voorzien voor na november 2012 (!).
Deze drukke agenda van voorbereidende werken voor de realisatie van de Oosterweelverbinding staat in schril contrast met de manier waarop de Vlaamse regering omgaat met het Meccanotracé. Dat tracé wordt inmiddels al twee en een half jaar compleet genegeerd door de regering, behalve wanneer het op het saboteren ervan aankomt. De enige ‘Meccanodaad’ die de regering tot dusver stelde was het verlenen van een vergunning voor het bouwen van een gevangenis pal op het Meccanotracé. Flagranter kun je het niet bedenken, maar over die handeling rept de regering met geen woord in haar voortgangsrapportage.
Tijdens de Antwerpse coalitiegesprekken bepleitte de partij Groen als ‘breekpunt’ een faire kans voor het Meccanotracé. Ze vroeg onderhandelingen met de Vlaamse regering over een gelijkwaardige behandeling van het alternatieve tracé en het BAM-tracé. Waarom zou de regering in afwachting van de resultaten van het MER-rapport niet ook al het conceptontwerp van het Meccanotracé laten verfijnen, financiële calculaties laten maken, de omgang met nutsleidingen voorbereiden, mogelijke onteigeningen of grondverwerving in kaart brengen, diverse protocols afsluiten? Dat alles gebeurt nu voor de Oosterweelverbinding, niet voor het Meccanotracé.
Als voorstander van het Meccanotracé is Groen slim genoeg om te beseffen dat deze door de regering georkestreerde procedurele voorsprong voor het eigen tracé politiek in rekening kan worden gebracht bij de oplevering van het MER-rapport, onder het motto ‘we staan nu al zover met het BAM-tracé, terwijl de procedures voor het alternatief nog moeten worden opgestart’.
De manier waarop N-VA en CD&V omgingen met de vraag van Groen was veelzeggend: van het afstappen van preferentiële omgang met het regeringsproject kon geen sprake zijn. Het ene tracé wordt verder gebetonneerd, het andere gesaboteerd. Dat belooft voor de toekomstige regeringsomgang met de resultaten van het plan-MER. Het gebrek aan objectiviteit zal andermaal doorprikt moeten worden.
De Antwerpse actiegroepen zijn niet naïef: er is een plan-MER en er is de politieke context,incluis het actieve creëren van voorsprong en voldongen feiten door de regering ten voordele van het eigen project. Hopelijk is het Vlaamse parlement evenmin naïef.
Manu Claeys en Peter Verhaeghe, voor stRaten-generaal

Geef uw mening via het onderstaande contactformulier