Persbericht – Gevangenis Beveren: Europese Commissie start inbreukprocedure tegen Vlaamse regering op basis van niet-naleving EU-recht

jul 31, 2012 | Democratie, Milieu & Klimaat, Oosterweel, Publicaties, Media & Events

29 juli 2012
Op 30 mei 2012 diende stRaten-generaal klacht in bij de Europese Commissie op basis van vermeende schending van de MER-richtlijnen (milieueffectenrapportage) bij het verlenen van een bouwvergunning voor een gevangenis in Beveren. Zie bijlage. De gevangenis is dusdanig ingeplant op de site dat ze de westtangent van het door stRaten-generaal ontwikkelde Meccanotracé – momenteel in onderzoek binnen de MER Oosterweelverbinding – hypothekeert. De eerstesteenlegging voor die gevangenis vond plaats op 1 juni 2012.
De aanhef van de klacht luidde:
Artikel 3 van de Richtlijn 2001/42/EG van 27 juni 2001 betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma’s voorziet in een verplichte milieubeoordeling voor plannen en programma’s die aanzienlijke milieueffecten kunnen hebben. Artikel 4 van deze richtlijn voorziet dat deze milieubeoordeling moet worden uitgevoerd tijdens de voorbereiding en vóór de vaststelling of onderwerping aan de wetgevingsprocedure van een plan of programma.
Aangezien het bouwen van een grootschalige gevangenisinrichting beschouwd moet worden als een dergelijk project (in het bijzonder een stadsontwikkelingsproject zoals voorzien in bijlage III bij de Richtlijn 85/337/EEG, rubriek 10, b), en het goedkeuren van een ruimtelijk uitvoeringsplan en het afleveren van een stedenbouwkundige vergunning en vervolgens een milieuvergunning voor een dergelijk project ontegensprekelijk onder het toepassingsgebied van de EU-MER-richtlijnen valt, vragen wij de Commissie om tussen te komen en een veroordeling uit te spreken i.v.m. het ontbreken van een MER-beoordeling.
Op 4 juli 2012 reageerde de Europese Commissie (afdeling Milieu)  op de klacht. In een brief aan stRaten-generaal stelde de Europese Commissie: ‘… the COM will only open infringement procedures if the complainant has provided sufficient serious indications of an infringement of EU law, accompanied by relevant and reliable evidence.’
Dat laatste blijkt het geval: ‘You have provided sufficient indication of a breach of the IAE Directive’. De klacht van stRaten-generaal bevat voldoende ernstige indicaties van een niet-correcte omgang door de Vlaamse regering met de EU-wetgeving op de milieueffectenrapportage, en bijgevolg start de Commissie een inbreukprocedure op. We citeren de betreffende passage uit de brief:

Het bouwen van een gevangenis dient te worden beschouwd als een stadsontwikkelingsproject. Dergelijk project valt volgens de Europese regelgeving onder de screeningsplicht op milieueffecten: artikel 4, derde lid van de Richtlijn 85/337/EEG voorziet dat men bij de beoordeling van dergelijke projecten rekening houdt met de relevante selectiecriteria van bijlage III. Zo’n beoordeling moet plaatsvinden alvorens een bouwvergunning wordt verleend (art. 2 Richtlijn 85/337/EEG).
De Vlaamse wetgeving voorziet zelf dat een eventuele ontheffingsbeslissing – indien toegekend door de administratie – moet worden toegevoegd aan de bouwaanvraag (art. 4.3.3, §8 DABM en art. 7, 5° van het Besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004 betreffende de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning). In een arrest van 28 april 2011 (nr. 212.825) onderstreepte de Belgische Raad van State het belang daarvan:
‘Dat deze beslissing [tot ontheffing van de verplichting tot het opmaken van een milieueffectrapport] de onontbeerlijke grondslag vormt voor het afleveren van de bestreden stedenbouwkundige vergunning, in die zin, dat bij gebrek aan een project-MER […] dat diende te worden opgemaakt […], zonder deze ontheffingsbeslissing de aangevochten stedenbouwkundige vergunning niet kon worden verleend.’
De Vlaamse regering heeft evenwel geen dergelijke MER-screening gemaakt in het kader van de besluitvorming over het gevangeniscomplex, noch werd een ontheffing verleend voor de project-MER-verplichting. De bouwvergunning is volgens stRaten-generaal bijgevolg strijdig met Richtlijn 85/337/EEG.
Op 27 januari 2012 meldde de dienst-MER reeds aan de Vlaamse regering, na vraag om advies: ‘Dit neemt niet weg dat een gevangenis wel onder de screeningsplicht kan vallen en de mogelijke impact aan de hand van de criteria opgelijst in bijlage III bij de Europese MER-richtlijn (85/337/EEG) dient nagegaan te worden’. (Onze onderlijning)
Dit schrijven van de dienst-MER bevestigt dat dergelijke screening niet gebeurd is voorafgaand aan de procedure voor de bouwaanvraag. De verleende bouwvergunning kwam dus effectief tot stand met miskenning van de EU-Richtlijn en is bijgevolg illegaal .
Art. 4, vierde lid, van die Richtlijn 85/337/EEG voorziet bovendien dat deze ‘door de bevoegde instanties verrichte bepalingen ter beschikking van het publiek worden gesteld’.  Ook dat is niet gebeurd. De  Europese Commisie stelt dit zelf vast: ‘It does not transpire from the permit granted whether, and if so, how the effects of the construction of the prison were screened before the project was authorized on 9 August 2011.’
De Europese Commissie bezorgt nu in de eerstkomende weken een gemotiveerde schriftelijke aanmaning aan de Vlaamse regering, voorafgegaan door een vraag om toelichting.
Wanneer de Vlaamse regering geen bevredigend antwoord geeft (deze administratieve fase duurt normaal gezien max. twee maanden) en geen handelingen stelt ter reparatie van de vastgestelde inbreuk, volgt de juridische fase. In deze fase daagt de Europese Commissie het land voor het Europese Hof van Justitie.
Manu Claeys en Peter Verhaeghe,
voor stRaten-generaal
Voor de volledige inbreukprocedure:
http://www.europa-nu.nl/id/vh9yn89q4ewq/inbreukprocedure
http://www.lne.be/themas/beleid/internationaal/europees-milieubeleid/europese-besluitvorming/inbreukprocedure/

Geef uw mening via het onderstaande contactformulier