SAKURA / Requiem voor een stadsboom

apr 14, 2018 | Milieu & Klimaat, Publicaties, Media & Events

De witte kerselaar
Zijn kruinschoft
Gebocheld, zijn wilde takken kaal
Neigend naar de stroom
Staat hij tegen de wind in
Koppig als een dame op respectabele leeftijd
Van wie haar stam recht de grond ingaat
Hier kennen we haar al vele jaren
Eenzaam aan de wal, niet ver!……’d oudste muren van de stad
Niet ver!,…… naast de machtige Schelde stroom
Getuigt hij, zij van volharding
Getuigt zij, hij van wedergroet, de scheepstimmerman….
Die flitsend fietsend ’s morgens de dingen groet
Zijn bast onzacht, verweerd, gekruld
Gegroefd, gescheurd, tot in zijn diepste binnenkant
Waarin sappen, haast zichtbaar voor een mensenoog
Verlokt tot strelend aanraken
Alsof hij met ontroering, met je praten wil
Praten over zijn zijn
Zijn stille wachten
Dan op een nacht
Ontluikt hij, al zijn witte bloemenpracht,
Zo oogverblindend wit
Staat hij plots in de morgen
Bedekt dan al onze zorgen, ontspringt tot maagdengloed……..
Komt grote blijdschap in ons hart
Zwiert in de lucht een hand, een tweede hand
Het oog ontroert tot glanzen
Jubel jubel, wederom is de lente in het hart en land!
Marco Van Dyck
“SAKURA” door Katja Louisa Stonewood
Daar één van de dichterlijke compagnons van voormalig stadsdichter Peter Holvoet-Hanssen (Marco van Dyck) mij uitgeroepen heeft tot Apostel van het bomenbewustzijn, (nadat ik zowat de gehele zomer van 2017 gewijd had aan vruchteloze pogingen om de bomen van de Charlottalei te redden) voel ik me meer dan geroepen iets te schrijven over ditmaal één bijzondere boom op het Antwerpse Steenplein. Een boom die helaas ook zijn plaats zal moeten afstaan aan de stenen.
Stilaan komt het universele besef: een boom is eigenlijk nooit zomaar een boom, en deze aan het Steenplein, al zeker niet… We hebben het over de Japanse sierkers oftewel de Prunus Cerasus die daar al minstens 70 jaar staat, en op dit moment weer welig in bloei staat. “Keizerlijke pruim” kreeg hij als titel, en dat omdat hij zo uitbundig bloesemt. Kan het dat dit zijn laatste bloeseming ooit zal zijn? In het historische jaar 1999 is “de bedreigde stadsboom” in Antwerpen een feit geworden. In dat jaar moesten immers al de kerselaars voor het Museum van Schone Kunsten eraan. Meedogenloos en zelfs stiekem, zijn ze gekapt geweest tegen massaal protest van de bevolking in, ter eer en glorie van de vernieuwing, maar ook (let op) omdat ze niet inheems genoeg waren.
Hiermee verwijs ik naar het artikel uit Knack van redacteur Stijn Tormans uit 2011:
“Requiem voor de stadsboom”.
“…Ik aarzel een beetje om dit te vertellen, want ik wil die groene bewegingen zeker niet in verband brengen met het nazisme – dat zou er vér over zijn en onfair. Maar feit is wel dat er onlangs aan Harvard University een hoorzitting geweest is over de parallellen tussen het Derde Rijk en het huidige verzet tegen exotische planten. In het Derde Rijk was er ook een verzet tegen uitheemse planten. Voor tuinarchitecten van de nazi’s waren Latijnse planten taboe, want dat was een verbastering van de Duitse cultuur. Dezelfde argumenten duiken vandaag weer op in de hele exotendiscussie.”
Dit was het begin van het einde. Zo voelde deze verschrikkelijke daad voor mij althans aan. Al 11 jaar woonde ik zeer nabij het museum en had ik de hele ‘heropleving” van het liberale Zuid voor mijn ogen kunnen aanschouwen. Maar die kap voelde aan als het begin van een meedogenloos tijdperk. Ik zat niet alleen met dit onbehagen; “stRaten generaal” werd hieruit geboren. Een kleine tien jaar later werd het MAS opgetrokken en stadsdichter Peter Holvoet-Hanssen bezong toen de verstening van de stad in zijn Torenlied;
“…Ding dong ding ting ling ling kling klang onze stad ziet de bomen verdrinken wil haar wortels van steen niet verminken…”
Het kappen van bomen in Antwerpen is inmiddels een echte rage te worden.. de Leien, de Keyserlei, De Charlottalei… alle moeite der burgerbewegingen ten spijt, die dikwijls hun vurige strijd machteloos moeten zien ondergaan. En ja, dit jaar zal ook deze wonderlijke keizerlijke prunus moeten wijken voor de vernieuwing. Ach waarom moet deze ene wonderlijke vertelboom nu ook al gaan? Voor de stabilisatie van de kaaimuur moet namelijk een bouwput gegraven worden achter de blauwe steen waar deze boom binnen valt. “Toch mag m’n de stad geen totale onwil of gemakzucht verwijten”, meent Karel Olbrechts te zeggen, werkleider bij Stadsbeheer Groen, “er is wel degelijk over nagedacht.” Uit een briefwisseling tussen Marco Van Dyck – die deze boom als zijn boom beschouwde daar hij deze als Scheepstimmerman 15 jaar lang elke werkdag begroette bij het passeren- en Karel Olbrechts citeer ik het volgende:
“In functie van de bouwaanvraag en geplande uitvoering is grondig bekeken of het haalbaar was om deze boom te behouden, wat blijkt van niet. Voor de stabilisatie van de kaaimuur moet namelijk een bouwput gegraven worden achter de blauwe steen waar deze boom binnen valt. Daarom dient de boom voor de aanvang van de werkzaamheden verwijderd te worden om te vermijden dat deze de werkzaamheden zeer complex maakt of door de werkzaamheden omvalt en zo de veiligheid van de arbeiders in het gedrang brengt.”
Kunnen we dit lot van “onze boom” aanvaarden? Er is moeite getoond om hem te behouden, maar is dit voldoende? Het is ook de keuze van de stad, die een boom “maar” aanziet als een boom… En zo zullen wij het bittere einde van Peter’s Vertelboom, “de boomkoningin” volgens Marco van Dyck’s gedicht, of keizerlijke bloeier volgens de Japanners, vroegtijdig moeten aanvaarden. Deze metafoor van de schittering, kwetsbaarheid en vergankelijkheid van het leven…. zal zijn bestaan op Aarde vroegtijdig moeten loslaten. En misschien wringt dat nog niet eens zo erg met de metafoor waar hij voor staat…. Want wanneer de Japanners elk jaar in april onder de kersenbloesembomen bijeenkomen, voor Sakura; de nationale feestdag ter verering van de bloesems, bewonderen ze niet alleen de esthetische eigenschappen van een bloem. Over tafels van sake-gevulde glazen, bento-dozen en zoete mochi, grijpen ze de dag. Ze wringen de schoonheid uit het leven. Ze herdenken het verlies van geliefden en reflecteren op hun eigen kostbare leven met een gevoel van verwondering terwijl ze het verleden afschudden om een helder, veelbelovend nieuw jaar in te luiden.
Uiteindelijk leert de betekenis van kersenbloesems de mensen ze “sakura” zijn; schitterend, kwetsbaar en vergankelijk. Sakura, dat zijn wij allemaal. En zo is het leven op Aarde. Zowel in Japan als in Europa. Wie zich haast kan het nog met eigen ogen  aanschouwen hoe deze boom, wellicht voor de laatste maal, zal bloeien op het Steenplein te Antwerpen. Als u gaat, herinner u dan de metafoor die hij verbeeldt. En geef de strijd nooit op.
Katja Louisa Stonewood (alias ‘Apostel van het bomenbewustzijn’)

Geef uw mening via het onderstaande contactformulier